133
Trap het gaspedaal hierbij niet herhaal-
delijk in maar houdt het iets ingetrapt.
BELANGRIJK Als de startpoging
moeizaam verloopt, blijf dan niet langdu-
rig proberen de motor te starten. Hierdoor
zou de katalysator kunnen beschadigen.
Wendt u in dat geval tot de Alfa Romeo-
dealer.
BELANGRIJK Bij de uitvoering 2.0
T.SPARK Selespeed moet het rempedaal
ingetrapt worden gehouden tijdens het
starten van de motor. Als het rempedaal
herhaaldelijk wordt ingetrapt bij een af-
gezette motor, is er meer kracht vereist.
In een dergelijke situatie moet voor het
starten van de motor het rempedaal
krachtiger worden ingetrapt
DIESELMOTOR STARTEN
1) Zorg ervoor dat de handrem is aan-
getrokken.
2) Zet de versnellingspook in de vrij-
stand.
3) Draai de contactsleutel in stand
MAR. Op het instrumentenpaneel gaat
het controlelampje
m
branden.
BELANGRIJK De elektrische installa-
ties die veel stroom verbruiken (aircondi-
tioning, achterruitverwarming,enz.) scha-
kelen tijdens het starten tijdelijk uit.
Als het lampje
m
(in-
dien aanwezig) na het
starten ongeveer 30 se-
conden gaat knipperen, betekent
dit dat er een storing is in het
voorgloeisysteem. Als dat het
geval is, wendt u dan onmiddel-
lijk tot de Alfa Romeo-dealer.
Als de motor bij de eerste poging niet
aanslaat, moet u de sleutel terugdraaien
in stand STOP en nogmaals starten.
Als de startpoging moeizaam verloopt
(bij een goed werkende Alfa Romeo CO-
DE), probeer dan niet langdurig de motor
te starten.
Maak alleen gebruik van een hulpaccu
als de motor niet aanslaat wanneer de
boordaccu onvoldoende is geladen. Ge-
bruik nooit een acculader voor het starten
van de motor (zie “Een lege accu” in het
hoofdstuk “Noodgevallen”).
MOTOR OPWARMEN
– Rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en trap het
gaspedaal niet bruusk in.
– Verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties, maar wacht tot
de koelvloeistof een temperatuur van
50-60 °C heeft bereikt.
4) Wacht tot het lampje
m
gedoofd
is. Hoe warmer de motor, hoe sneller het
lampje dooft. Bij een warme motor kan
het lampje zo snel doven dat dit niet
wordt opgemerkt.
5) Trap het koppelingspedaal geheel in.
6) Draai de contactsleutel in stand
AVV nadat het lampje
m
gedoofd is.
Als u te lang wacht, zijn de voorgloei-
bougies weer afgekoeld.