143
Bandenspanning en slijtage
Als de banden op de juiste spanning
worden gehouden, neemt niet alleen de
levensduur van de banden toe maar ook,
omdat de wegligging er door wordt beïn-
vloed, de rijveiligheid.
De spanning van de banden, inclusief
het reservewiel, moet regelmatig en voor
een lange rit worden gecontroleerd.
De bandenspanning moet bij koude ban-
den worden gecontroleerd; gebruik een
manometer en houd de waarden aan die
vermeld staan in het hoofdstuk “Tech-
nische gegevens”.
Een onjuiste bandenspanning veroor-
zaakt een onregelmatige slijtage van de
banden (fig. 2):
A - Normale spanning: gelijkmatige
slijtage van het loopvlak.
Een juiste bandenspanning garandeert
een maximale levensduur en een optima-
le grip, aangezien het loopvlak over de
volle breedte contact heeft met het weg-
dek, waardoor de slijtage gelijkmatiger is.
Een juiste bandenspanning zorgt ook
voor:
– Een betere wegligging van de auto.
– Een uiterst soepele en nauwkeuriger
besturing.
– Een lager brandstofverbruik door de
geringe rolweerstand van het wiel.
B - Te lage spanning: te grote slijtage aan
de zijkanten van het loopvlak.
Bij een te lage bandenspanning, ont-
staat er een ongelijkmatige slijtage van
het loopvlak (grotere slijtage aan de zij-
kanten) en wordt de band te heet. Hier-
door kunnen onderdelen van de band los-
raken en schade veroorzaken aan het
karkas.
Deze schade kan het leeglopen van de
band of een klapband tot gevolg hebben.
C - Te hoge spanning: te grote slijtage in
het midden van het loopvlak.
Een te hoge bandenspanning veroor-
zaakt:
– Een ongelijkmatige slijtage van het
loopvlak (grotere slijtage in het midden).
– Een vermindering van het rijcomfort.
– Een grotere gevoeligheid van de ban-
den voor schokken.
BELANGRIJK Tijdens het rijden
neemt de bandenspanning toe (een na-
tuurlijk verschijnsel) Als in een uitzonder-
lijk geval de spanning bij warme banden
wordt gecontroleerd, mag de spanning
nooit worden verlaagd.
Wielen balanceren
Elk wiel compleet met band wordt in de
fabriek statisch en dynamisch gebalan-
ceerd. Als de banden vervangen worden,
moeten de wielen opnieuw worden geba-
lanceerd, om instabiliteit, overmatige slij-
tage van de stuurinrichting en ongelijkma-
tige slijtage van de banden te voorko-
men.
P4U00139
fig. 2
Gebruik voor het ba-
lanceren van wielen met
lichtmetalen velgen de
originele Alfa Romeo-balanceer-
gewichten.