Inleiding 7
Automatisch in-/uitschakelen
Als de contactsleutel in de stand ACC
of ON staat, wordt het Infotainment‐
systeem automatisch ingeschakeld.
Als de contactsleutel in de stand OFF
staat en de gebruiker het autoportier
opent, wordt het Infotainmentsys‐
teem automatisch uitgeschakeld.
Let op
Bij het ingedrukt houden van m op
het bedieningspaneel met de con‐
tactsleutel in de stand UIT wordt het
Infotainmentsysteem ingeschakeld.
Maar het Infotainmentsysteem
wordt na ongeveer 10 minuten auto‐
matisch uitgeschakeld.
Volumeregeling
Regel het volume door op het bedie‐
ningspaneel op ∧ VOL ∨ te drukken.
Het huidige geluidsniveau wordt aan‐
gegeven.
■ Via de afstandsbediening op het
stuurwiel regelt u het volume door
op + te drukken.
■ Bij aanzetten van het infotainment‐
systeem wordt vanzelf het geluids‐
niveau ingesteld dat eerder al was
geselecteerd (als dit lager is dan
het maximale beginvolume).
■ Als de stand van het volume hoger
is dan het maximale beginvolume
bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem, wordt het Infotain‐
mentsysteem automatisch op het
maximale beginvolume gezet.
DEMPEN
Druk op ∧ VOL ∨ op het bedienings‐
paneel en vervolgens op p om de
dempingsfunctie aan en uit te zetten.
Automatische volumeregeling
Wanneer de instelling voor rijsnel‐
heidsafhankelijk geluidsvolume actief
is, wordt het geluidsvolume automa‐
tisch aangepast op basis van de rij‐
snelheid van de auto ter compensatie
voor het geluid van motor en banden.
1. Druk op ; op het bedieningspa‐
neel.
2. Druk op instellingen > radio-
instellingen > auto volume.