VERWARMEN VAN VLOEISTOFFEN
Met dit apparaat kunt u ook andere vloeistoffen dan
melk opwarmen, en met uitstekende resultaten.
1.Druk op de toets ON/OFF om het apparaat aan te
zetten (fig. 4).
2.Giet in het melkreservoir de vloeistof die u wilt
verwarmen (punch, water, enz.).
3.Zet de regelknop van het schuim in de rechterstand
(fig. 19).Zet een kopje onder het pijpje van het
melkreservoir (fig. 17).
4.Wacht tot het controlelampje IFD oplicht (fig. 16) en
druk onmiddellijk daarna op de toets IFD (fig. 18).
5.Wanneer u de gewenste hoeveelheid vloeistof
bekomen hebt, druk nogmaals op de toets IFD om de
afgifte te onderbreken.
REINIGING EN ONDERHOUD
Vóór elke reiniging van de buitenkant van het
apparaat, zet het apparaat uit, trek de stekker uit het
stopcontact en laat het apparaat afkoelen.
Reiniging melkopschuiminrichting
De melkopschuiminrichting wordt na elk gebruik
gereinigd. Ga als volgt te werk:
•Til het deksel van het melkreservoir op.
• Duw met een hand het hendeltje voor het loshaken
naar links en til tegelijkertijd het reservoir op (zie
fig. 21).
•Wanneer het melkreservoir verwijderd werd om de
interne onderdelen van het apparaat te bereiken,
wordt de blokkeerslede naar binnen geschoven (zie
fig. 22).
•Til het deksel van de emulgeerkamer op (zie fig.
22).
Opmerking: het deksel van de emulgeerkamer kan niet
opgetild worden zonder dat eerst het reservoir uit het
apparaat gehaald werd.
• Neem de emulgeerinrichting in rubber weg.
•Was met warm water vooral de vier gaatjes in het
deksel, aangeduid in fig. 23.
Zorg ervoor dat het gaatje aangegeven met de
letter A niet verstopt is: schoonmaken met behulp
van een naald. Let erop de pakkingen niet te
verliezen. Om het pijpje van het melkreservoir
makkelijker te reinigen, moeten alle onderdelen op
correcte wijze gemonteerd zijn.
• Herplaats het melkreservoir en druk goed aan tot u
een “klik” hoort (controleer of het reservoir goed
geplaatst is door het licht naar boven toe te trekken:
het mag niet naar boven komen!).
Een niet correcte montage kan de goede werking van
de inrichting in het gedrang brengen.
REINIGING VAN DE FILTERHOUDER VOOR GEMALEN
KOFFIE
Na ongeveer 300 koffies en ieder geval wanneer de
koffie druppelsgewijs of helemaal niet uit de
filterhouder komt, dient de filterhouder voor gemalen
koffie op de volgende manier te worden gereinigd:
• Haal de filter uit de filterhouder.
• Draai de dop van de filter los (fig.24) in de richting
aangeduid door de pijl op de dop zelf.
•Verwijder de melkopschuiminrichting door hem te
duwen aan de zijde van de dop.
•Verwijder de pakking.
• Spoel alle componenten en reinig zorgvuldig de
metalen filter met warm water en met behulp van een
borsteltje (fig.25).
• Controleer of de gaatjes van de metalen filter
verstopt zijn. Eventueel vrijmaken met behulp van
een naald (zie fig.26).
• Hermonteer de filter en de pakking op de plastic
schijf, zoals aangeduid in figuur 27.
• Let erop dat de pin van de plastic schijf in de
opening van de pakking past, aangeduid met de pijl
in fig.27.
• Plaats het geheel in de stalen filterhouder (fig.28) en
zorg ervoor dat het uitspringend deel in de
uitsparing van de houder zelf past (zie pijl fig.28).
• Draai de dop volledig dicht.
De garantie vervalt indien de hierboven beschreven
reiniging niet naar behoren wordt uitgevoerd.
REINIGING SPROEIER STOOMKETEL
Minstens na ongeveer elke 300 koffies moet de
sproeier van de stoomketel voor espresso als volgt
gereinigd worden:
• Zorg ervoor dat het koffiezetapparaat niet warm is
en dat de stekker niet in het stopcontact zit.
• Draai met behulp van een schroevendraaien de
schroef los die de sproeier bevestigt aan de
stoomketel voor espressokoffie (fig. 29).
• Reinig de stoomketel met een vochtige doek (fig. 14).
• Reinig de stoomketel zorgvuldig met warm water en
met behulp van een borsteltje. Controleer of de
gaatjes verstopt zijn. Eventueel vrijmaken met behulp
van een naald (fig. 26).
• Spoel de sproeier onder de kraan en wrijf erop.
• Hermonteer de sproeier van de stoomketel voro
espressokoffie en let erop dat de pakking correct
geplaatst wordt.
De garantie vervalt indien de hierboven beschreven
reiniging niet naar behoren wordt uitgevoerd.
33
