NL
NL 7
NL
NL 6
4. VOORBEREIDING
4.1 GASAANSLUITING
Zorg voor een gasaansluiting G3/8" met in de toevoerleiding een
(CE goedgekeurde) afsluitkraan G1/2".
Let erop dat tijdens het aansluiten de regelapparatuur niet wordt
verdraaid. Vermijd spanningen op de regelapparatuur en de leidingen.
Controleer na het aansluiten alle gemaakte aansluitingen op
gasdichtheid.
4.2 VOORBEREIDING VOOR PLAATSING HAARD
U kunt eerst de haard plaatsen en daarna het Multi-Vent systeem.
Door bouwkundige omstandigheden kan het echter noodzakelijk zijn
dat eerst (een gedeelte van) het Multi-Vent systeem wordt
ingebouwd. Zie hiervoor de aanwijzingen in het hoofdstuk "Plaatsing
van het Multi-Vent systeem".
Wanneer u gebruik maakt van een bestaand bouwkundig kanaal:
- Zorg er dan voor dat u de speciale schoorsteenaansluitset heeft
geïnstalleerd voordat u de gashaard plaatst;
- Zorg er dan voor dat eventuele sierbalken in de schouw aan de
onderzijde voorzien worden van onbrandbaar materiaal (b.v.
Nobranda) om te voorkomen dat de temperatuur van de balk te
hoog wordt als gevolg van de opstijgende warmte en de
uitgeblazen hete convectielucht.
Plaats geen gordijnen, kleren, wasgoed, meubels of andere brandbare
materialen in de nabijheid van het toestel. De minimale veilige afstand
bedraagt 100 cm.
Een gebroken ruit dient vervangen te worden alvorens het toestel in
bedrijf te stellen.
Deze haard is alleen verkrijgbaar in een aardgasuitvoering.
De constructie van de gashaard mag niet worden gewijzigd.
De gashaard mag alleen gerepareerd worden met orginele
onderdelen.
Zorg voor voldoende isolatie tussen de gashaard en een eventuele
natuurstenen schouw.
Houdt u er rekening mee dat het inkijkscherm voor service
verwijderd moet kunnen worden.
Maak na de eerste week volop stoken de ruiten van de gashaard
schoon.