WERKING
Airbags
WAARSCHUWINGEN
Wijzig de voorzijde van de auto op
geen enkele wijze. Dit zou nadelige
gevolgen voor het ontvouwen van
de airbags kunnen hebben.
Bijzonder gevaarlijk! Plaats nooit een
kinderzitje achterwaarts op een
stoel waarvóór zich een airbag
bevindt!
Draag een veiligheidsgordel en houd
voldoende afstand tussen uzelf en
het stuurwiel. Alleen wanneer de
veiligheidsgordel correct wordt gedragen,
kan deze u in een zodanige positie
houden dat de airbag optimaal kan
functioneren. Zie De juiste zitpositie
innemen (bladzijde 121).
Laat reparaties aan het stuurwiel,
de stuurkolom, stoelen, airbags en
veiligheidsgordel uitvoeren door een
goed opgeleide monteur.
Houd de gebieden voor de airbags
vrij. Breng niets aan op of over de
panelen van de airbags.
Steek geen scherpe voorwerpen in
gebieden waar airbags zijn
gemonteerd. Hierdoor zou de
airbags kunnen beschadigen en nadelige
gevolgen kunnen hebben voor het
ontvouwen.
Gebruik stoelhoezen die zijn
ontworpen voor stoelen met
zij-airbags. Laat deze aanbrengen
door een goed opgeleide monteur.
N.B.:
Het opblazen van een airbag gaat
gepaard met een luide knal en u ziet een
onschadelijke, poederachtige stofwolk.
Dit is normaal.
N.B.:
Reinig de panelen van de airbags
met een vochtige doek.
Voorairbags
De frontairbags en de voorste
gordelspanners treden in werking bij
zware frontale aanrijdingen of bij
aanrijdingen binnen een hoek van
maximaal 30 graden van links of van
rechts. De airbags worden in enkele
milliseconden opgeblazen en stromen
weer leeg zodra zij in contact komen met
de lichamen van de inzittenden, waardoor
de voorwaartse beweging wordt
opgevangen. Bij lichte aanrijdingen, het
over de kop slaan van de auto of bij
aanrijdingen van opzij of van achteren
worden de frontairbags niet geactiveerd.
Zij- en gordijnairbag
Bij aanzienlijke aanrijdingen van opzij
treden alleen de airbags aan de
betreffende zijde en de voorste
gordelspanners in werking. De airbags
worden in enkele milliseconden
opgeblazen en stromen weer leeg zodra
zij in contact komen met de lichamen van
de inzittenden, waardoor zij bescherming
bieden aan het lichaam. Bij lichte
zijdelingse aanrijdingen, frontale
aanrijdingen, aanrijdingen van achteren
of het over de kop slaan van de auto
worden de side curtains niet geactiveerd.
32
Bescherming van inzittenden