EXTRA VERWARMING
Parkeerverwarming
WAARSCHUWINGEN
Schakel de parkeerverwarming uit
tijdens het tanken, wanneer u zich
in een omgeving bevindt met
brandbare dampen of stoffen en in
gesloten ruimten.
De parkeerverwarming moet het
gehele jaar minimaal eenmaal per
maand ongeveer tien minuten
worden ingeschakeld. Hierdoor wordt
voorkomen dat de vloeistofpomp en de
aanjagermotor gaan vastzitten.
N.B.:
De parkeerverwarming werkt alleen
wanneer er zich minimaal 7,5 liter
brandstof in de tank bevindt en de
buitentemperatuur lager is dan 15 °C. De
parkeerverwarming werkt niet wanneer
de accu slecht geladen is.
N.B.:
De verwarming werkt afhankelijk
van de buitentemperatuur.
N.B.:
Wanneer de parkeerverwarming is
ingeschakeld, kunnen wat uitlaatgassen
onder de zijkanten van de wagen
uitkomen. Dit is normaal.
N.B.:
Bij auto's met hanbediende
klimaatregeling is de verwarming van het
interieur afhankelijk van de instelling van
de temperatuur, luchtverdeling en
aanjager.
De parkeerverwarming werkt
onafhankelijk van de verwarming van de
auto door het koelvloeistofcircuit van de
motor te verwarmen. Hij wordt door de
brandstoftank van energie voorzien. U
kunt het systeem ook tijdens het rijden
gebruiken om het interieur sneller te laten
opwarmen.
Wanneer de parkeerverwarming correct
wordt gebruikt, biedt deze de volgende
voordelen:
•
Het interieur wordt voorverwarmd.
•
De ruiten blijven bij vorst vrij van ijs en
condensatie wordt voorkomen.
•
De koude start wordt vermeden
waardoor de motor eerder op
bedrijfstemperatuur is.
Om te voorkomen dat de accu wordt
ontladen:
•
Nadat de parkeerverwarming een
verwarmingscyclus heeft doorlopen,
zal de volgende geprogrammeerde
verwarmingscyclus alleen worden
uitgevoerd indien de motor tussentijds
is gestart.
•
Rijd met de auto na een
verwarmingscyclus minimaal een
verwarmingscyclus.
Programmeerbare
parkeerverwarming
N.B.:
De geprogrammeerde tijd is de tijd
waarop u wilt dat de auto warm is en klaar
is om weg te rijden, niet de tijd waarop de
verwarming inschakelt.
N.B.:
U moet de tijden minimaal 70
minuten ten opzichte van de tijd die u wilt
instellen vooruit programmeren.
N.B.:
U moet de tijd en de datum correct
invoeren. Zie Klok (bladzijde 127).
Verwarmingstijden programmeren:
1. Gebruik de pijltoetsen op het stuurwiel
voor toegang tot het hoofdmenu. Zie
Infodisplays (bladzijde 88).
2. Selecteer de optie standverwarming.
116
Klimaatregeling