Ga voor het starten met hulpaccu als
volgt te werk:
❒
verbind de pluspolen (+ teken nabij
de pool) van de beide accu’s met een
startkabel;
❒
sluit een tweede startkabel aan op de
minpool – van de hulpaccu en op de
massa-aansluiting A op de auto die
gestart moet worden (fig. 1a-1b);
❒
start de motor;
❒
neem, als de motor draait, de kabels
in omgekeerde volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf het dan niet proberen
maar wendt u tot het Ford
Servicenetwerk.
WAARSCHUWING Verbind de
minklemmen van de twee accu’s niet
rechtstreeks met elkaar: eventuele
vonken kunnen het explosieve gas
ontsteken dat uit de accu kan
ontsnappen. Als de hulpaccu aan boord
van een andere auto is geïnstalleerd,
mogen tussen deze auto en de auto met
de lege accu niet per ongeluk metalen
delen met elkaar in verbinding staan.
107
VEILIGHEID
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGE-
VALLEN
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze
aan te duwen, te slepen of van een
helling af te laten rijden.
Op die wijze kan er onverbrande
brandstof in de katalysator
terechtkomen en deze onherstelbaar
beschadigen.
WAARSCHUWING Houd er rekening
mee dat de rem- en stuurbekrachtiging
(indien aanwezig) niet werken zolang de
motor niet is aangeslagen, waardoor
meer kracht nodig is voor de bediening
van het rempedaal en het stuur.
105-132 Ford KA NL 20-10-2010 14:30 Pagina 107