1. Breng de dopsleutel voor de slotmoer
aan.
2. Draai de wielmoeren een slag los.
3. Krik de auto op tot de band vrij is van
de grond.
4. Verwijder de wielmoeren en het wiel.
Een wiel aanbrengen
WAARSCHUWINGEN
Gebruik uitsluitend banden en velgen
met de goedgekeurde maat. Het
gebruik van andere maten kan
beschadiging van de auto tot gevolg
hebben en maakt de typegoedkeuring
ongeldig. Zie Technische specificatie
(bladzijde 253).
Laat geen run flat banden monteren
als de auto hiermee oorspronkelijk
niet was uitgerust. Raadpleeg uw
dealer voor meer informatie over de
geschiktheid van banden.
LET OP
Bevestig lichtmetalen velgen niet met
moeren die voor stalen velgen zijn
bestemd.
N.B.: De wielmoeren voor lichtmetalen
velgen en stalen spaakvelgen kunnen
gedurende korte tijd worden gebruikt voor
het vastzetten van de stalen velg van het
reservewiel (maximaal twee weken).
N.B.: Zorg ervoor dat de contactvlakken
tussen de velg en de naaf vrij zijn van
vreemde voorwerpen.
N.B.: Zorg ervoor dat de conische zijde van
de wielmoeren naar de velg zijn gekeerd.
1. Breng het wiel aan.
2. Draai de wielmoeren handvast aan.
3. Breng de dopsleutel voor de slotmoer
aan.
4. Zet de wielmoeren in de aangegeven
volgorde voorlopig vast.
5. Laat de auto zakken en verwijder de
krik.
6. Draai de wielmoeren in de aangegeven
volgorde definitief vast. Zie
Technische specificatie (bladzijde
253).
7. Druk de naafdop of het wieldeksel met
de bal van uw hand vast.
246
Velgen en banden