4. Selecteer de gewenste instelling en
druk op de OK toets om de instelling
te bevestigen.
5. Druk op de linker pijltjestoets om het
menu te verlaten. Houd de linker
pijltoets ingedrukt om naar het scherm
van de boordcomputer terug te keren.
Belading instellen
N.B.: Instrumentenpanelen van type 3
hebben een iets andere menustructuur.
Selecteer eerst Instellingen om toegang
tot Instellingen te krijgen.
Een correcte bandenspanning is afhankelijk
van de belading van de auto. Zie
Technische specificatie (bladzijde 253).
Het systeem kan alleen een lage spanning
detecteren wanneer u de actuele belading
van de auto hebt ingevoerd.
1. Druk op de rechter pijltjestoets op het
stuurwiel om het hoofdmenu binnen
te gaan.
2. Selecteer Instellingen met de op- en
neer-pijltjestoetsen en druk op de
rechter pijltjestoets.
3. Selecteer Band. spann met de op- en
neer-pijltjestoetsen en druk op de
rechter pijltjestoets.
4. Selecteer de gewenste instelling en
druk op de OK toets om de instelling
te bevestigen.
5. Druk op de linker pijltjestoets om het
menu te verlaten. Houd de linker
pijltoets ingedrukt om naar het scherm
van de boordcomputer terug te keren.
TECHNISCHE SPECIFICATIE
Aanhaalmoment wielmoeren
Nm (Ib-ft)Velgtype
140 (103)Alle
Bandenspanning (koude banden)
Tot 80 km/u
Maximaal beladenNormale belasting
BandenmaatUitvoering
AchterVoorAchterVoor
bar (lbf/
in²)
bar (lbf/
in²)
bar (lbf/
in²)
bar (lbf/
in²)
4,2 (61)4,2 (61)4,2 (61)4,2 (61)T125/90 R 16Alle
3 (44)3 (44)3 (44)3 (44)215/55 R 16
Reservewiel
wanneer dit van de
overige aange-
brachte wielen
verschilt
253
Velgen en banden