29
NL
Het verlengsnoer moet buiten het snijberrik
gehouden worden.
De netspanning en de op het typeplaatje aan-
gegeven apparaatspanning moeten overeen-
stemmen. Bij verlengsnoeren moet met de
minimale kabeldoorsnede in de volgende tabel
rekening gehouden worden:
Spanning Kabellengte Diameter
220- 240V/ 50Hz tot 20 m 1,5 mm
2
220- 240V/ 50Hz 20 - 50 m 2,5 mm
2
Bij ongunstige stroomomstandigheden kan het
tijdens het inschakelen tot een korte spanning-
daling komen die andere apparaten kan beïn-
vloeden (bijv. flikkeren van een lamp).
Bij netimpedanties Z
max
< 0,46 Ohm zijn deze
storingen niet te verwachten.
3. Montage
Alle 4 de wielen moeten altijd op dezelfde maaihoogte vastge-
schroefd zitten (zie 4 Bediening
„Instelling maaihoogte”
).
1. Schroef
1
door het gat van de wielkap
2
steken en de
6-kantige kop helemaal in de wielkap
2
drukken.
Wieldop met korte schroefbout voor het voorwiel en wiel-
dop met lange schroefbout voor het achterwiel gebruiken.
2. Afdekkap
3
in de wielkap
2
drukken tot hij vastklikt.
3. Schroef
1
door het wiel
4
steken en het wiel
4
met de hand
aan de zijkant stevig vastschroeven; controleer of hij stevig zit.
De kleine wielen (
∅
13 cm) aan de voorzÿde en de grote wie-
len (
∅
16 cm) aan de achterzÿde erindraaien.
Bij de grasmaaier 34 E basicMove is het bovengedeelte van de
duwboom al gemonteerd.
1. Lange bout
5
vanaf de kabelzijde door het ondergedeelte van
de boom
6
en de duwboomhouder
7
steken.
2. Ondergedeelte van de boom
6
met de vleugelmoer
8
vast-
schroeven. De vleugelmoer
8
moet zich daarbij aan de andere
kant van de kabel
9
bevinden.
3. Bovengedeelte van de boom
0
in de uitsparing aan de zijkant
van het ondergedeelte van de boom
6
schuiven tot de gaten
van het bovengedeelte van de boom
0
en het ondergedeelte
van de boom
6
overeenkomen.
Plaaks van de stekkerschakelaar
D
controleren. De kabel
9
moet langs de zijkant van de boom zijn geleid en mag niet kruisen.
4. Korte bout met kabelgeleiding
A
aan de kabelzijde van buiten
door het gat van het bovengedeelte van de boom
0
schuiven.
5. Korte bout zonder kabelgeleiding
B
van buiten door het gat
van het bovengedeelte van de boom
0
schuiven.
6. Beide vleugelmoeren
8
op de bouten
A
/
B
plaatsen en vast-
draaien.
7. Kabel
9
in de korte bout met kabelgeleiding
A
drukken en met
de kabelclip
C
op het ondergedeelte van de boom
6
bevestigen.
Wielen monteren:
Duwboom monteren:
3
1
2
4
B
A
9
C
D
5
7
0
6
8