Batterij in de watertimer
plaatsen:
Bedieningspaneel
watertimer:
Adapterkabel van de bodem-
vochtigheidssensor aansluiten:
Als de batterijen leeg zijn en niet vervangen worden, werkt
de aangesloten watertimer met het ingestelde besproeiings-
programma of het noodprogramma.
v Batterijen vervangen (zie 7. Onderhoud
„Batterijen van de
bodemvochtigheidssensor vervangen“
).
Met de GARDENA watertimer kan besproeid worden rekening
houdende met de bodemvochtigheid. Daarbij kunnen het be-
sproeiingstijdstip en de besproeiingsduur worden ingesteld.
6
Run-Time- stelt de besproeiingsduur in.
draaiknop:
7
Frequency- stelt de besproeiingscyclus in.
draaiknop:
8
Lichtsensor: dag- en nachtherkenning (afhankelijk
van de lichtverhoudingen).
9
Storing-LED: geeft aan dat de batterij bijna leeg is of de
bodemvochtigheidssensor niet of niet correct
aangesloten is.
Als de batterij bijna leeg is wordt het ingestelde programma niet
meer uitgevoerd. Het ventiel kan niet meer handmatig geopend
worden.
v Batterij vervangen (zie 7. Onderhoud
„Batterij van de water-
timer vervangen”
).
4. Ingebruikname
Watertimer:
v Voor het plaatsen van de batterijen, zie 7. Onderhoud
„Batterij
van de watertimer vervangen”.
1. Ontgrendelingstoets
1
indrukken
en bedieningspaneel
2
van de watertimer lostrekken.
2. Korte adapterkabel in de
sensoraansluiting
3
steken.
3. Bedieningspaneel
2
weer op
de watertimer steken.
3
76 8
9
1
2
29
NL