Afstand tot onbrandbare muren - zie afb. 1.
Een onbrandbare muur wordt hier vermeld als een nietdragende
muur van cement/baksteen.
Neem contact op met de afdeling Bouwtoezicht van uw gemeente
voor informatie over beperkingen en installatie-eisen.
4.4 Plafond
De afstand tot een brandbaar dak boven de haard moet minimaal
1200 mm zijn.
4.5 Schoorstenen en kachelpijpen
• Dehaardkanwordenaangeslotenopeenschoorsteenen
kachelpijp die zijn goedgekeurd voor brandstofgestookte
haarden met rookgastemperaturen die zijn opgegeven in
«2.0 Technische gegevens».
• Dedoorsnedevandeschoorsteenmoettenminsteevengroot
zijn als de doorsnede van de kachelpijp. Zie «2.0 Technische
gegevens» voor informatie voor het berekenen van de
doorsnede van de schoorsteen.
• Erkunnenmeerderebrandstofgestooktehaardenworden
aangesloten op dezelfde schoorsteen als de doorsnede van
de schoorsteen groot genoeg is.
• Deaansluitingopde schoorsteen moetvoldoenaande
installatievoorschriften van de schoorsteenleverancier.
• Voordatueenopeningindeschoorsteenmaakt,moetde
haard als proef worden geplaatst om te zorgen voor de juiste
positie ten opzichte van de schoorsteen. Zie afb. 1 voor de
minimale afmetingen.
• Zorgdatdekachelpijpomhoogwijstinderichtingvande
schoorsteen.
• Gebruikeenkachelpijpbochtmeteenveegluik,zodatdepijp
kan worden geveegd.
Houderrekeningmeedatdeaansluitingenenigszinsflexibel
moeten zijn om te voorkomen dat kleine verplaatsingen tijdens
de installatie schade veroorzaken.
N.B. Een juiste en luchtdichte aansluiting is van groot belang
voor het goed functioneren van de haard.
Aanbevolen luchtstroom van schoorsteen: Zie «2.0 Technische
gegevens». Als de luchtstroom te sterk is, kunt u een rookklep
installeren en gebruiken om de luchtstroom te regelen.
Bij brand in de schoorsteen:
• Sluitalleluikenenventilatieopeningen.
• Houddedeurvandevlamkastgesloten.
• Controleeroferrookisopzolderenindekelder.
• Beldebrandweer.
• Voordatudehaardopnieuwingebruikneemtnaeenbrand,
moet een deskundige de haard controleren om na te gaan of
deze goed werkt
4.6 Bedieningsfuncties controleren (afb. 2)
Controleer altijd de bedieningsfuncties wanneer de haard op zijn
plaats staat. Deze moeten gemakkelijk beweegbaar zijn en naar
behoren functioneren.
De Jøtul F 8 TD heeft de volgende bedienings elementen:
“Ignition control” (deur) - Afb. 2A
“Top draft” (boven) - Afb. 2B
5.0 Gebruik
5.1 Brandmateriaal
Gebruik altijd goed brandhout. Dat geeft de beste resultaten en
is niet schadelijk voor de haard.
5.2 Jøtuls definitie van goed brandhout
Met goed brandhout bedoelen we de bekende houtsoorten,
zoals berken-, beuken- en dennenhout.
Goed brandhout moet droog zijn, dat wil zeggen dat het hout
maximaal 20% water mag bevatten.
Hiervoormoethethoutuiterlijkaanheteindevandewinterof
vroeginhetvoorjaarwordengekapt.Hethoutmoetzodanig
worden gekapt en gestapeld dat er een goede luchtcirculatie
om het hout is. De stapels moeten worden afgedekt aan
de bovenkant om overmatige opname van regenwater te
voorkomen.Haaldeblokkenhoutindeherfstnaarbinnenvoor
gebruik tijdens het stookseizoen.
De hoeveelheid energie die 1 kg brandhout kan leveren, varieert
nietveel.Hetgewichtvandezelfdehoeveelheiddrooghout
verschilt daarentegen aanzienlijk van soort tot soort. Zo levert
een bepaalde hoeveelheid berkenhout minder energie (kWh) op
dan dezelfde hoeveelheid eikenhout, dat een hoger soortelijk
gewicht heeft.
De hoeveelheid energie van 1 kg goed brandhout bedraagt
ongeveer 3,8 kWh. 1 kg volledig droog brandhout (0% vocht)
levert ongeveer 5 kWh op, terwijl brandhout met 60% vocht
slechts 1,5 kWh per kg oplevert.
Het gebruik van vochtig hout kan de volgende gevolgen
hebben:
• Vormingvanroet/teerop hetglas,indehaardeninde
schoorsteen.
• Dehaardgeeftminderwarmte.
• Brandgevaaralsgevolgvandeopeenhopingvanroetinde
haard, kachelpijp en schoorsteen.
• Hetvuurkandoven.
Zorg vooral dat u de haard nooit stookt met de volgende
materialen:
• Huishoudelijkafval,plastictassen,enzovoort.
• Geverfdofgeïmpregneerdhout(zeergiftig)
• Spaanplaatoflaminaat
• Drijfhout
Verbranding van deze stoffen kan schadelijk zijn voor de haard
en het milieu.
N.B. Gebruik nooit benzine, petroleum, brandspiritus of
soortgelijke brandbare vloeistoffen om het vuur aan te
maken. Hierdoor kunt u letsel oplopen of kan de haard worden
beschadigd.
NEDErlaNDs