Bediening
1.Inschakelen:
Steek stekker in stopcontact. Denk aan aarde. Plaats veiligheidssleutelen
schakel stroom in. De monitor zal oplichtenmet alle data op nul. De loopband
staat stil.
2.Directe start:
Druk startknop en loopband loopt aan op laagste snelheid. Druk op fast knop
om band sneller en op slow knop om band langzamer te laten lopen.
1. Hoofdschakelaar
Inschakelen van apparaat, lampjes zullen gaan branden
2. Ventilator schakelaar
Voor de aanmaak van negatieve ionen en zuurstof
5.Programma instelling:
Druk op de program knop waarmee 8 programma’s gekozen kunnen worden.
De eerste drie zijn handmatige programma’s terwijl de laatste 5 automatisch
werken, Dit wordt aangegeven in het venster.
Onder de eerste en tweede knop zit de tijd en afstandinstelling. Druk op de
slow of fast knop om de waarden te wijzigen van tijd en afstand als het
betreffende venster knippert. Onder de derde knop is de hartslagcontrole
Als het hartslagvenster begint te knipperen is de ingestelde hartslag 100
perminuut, de snelheidis 2,8 km/h, door drukken op de slow en fast knop
kan de instelling van de hartslag worden gewijzigd. Na het drukken van de
startknop worden de gegevens opgeslagen en regelt de snelheid aan de
hand van de ingestelde hartslag en de hartslag van de loper. Waarbij de
waarde wordt vergeleken met de ingestelde waarde. Vele factoren zijn van
invloed op de hartslagmeting de aangegeven waarde is dus altijd een
indicatie. De max snelheid in dit programis 6km/h, en de keuzeschakelaar
van directe snelheid is buiten gebruik.De instelling van hartslag
snelheidscontrole is van 50 tot 150 slagen per minuut.
P1-P5 zijn automatische programma’s, sporters kunnen kiezenuit de
instelling aan de hand van iconen. Druk de startknop en de loopband begint
te lopen De snelheid wijzigt automatisch afhankelijk van het gekozen
programma.