Programmeren tijdens een oproep
l Neem de hoorn op.
l Kies het nummer.
l Druk op de programmeertoets , al dan niet tijdens het gesprek met een
gesprekspartner.
l Druk op één van de tien geheugentoetsen.
4.2 NUMMERKIEZEN VANUIT EEN GEHEUGEN
l Neem de hoorn op.
l Druk op één van de tien geheugentoetsen. Het geprogrammeerde nummer wordt
automatisch gekozen.
4.3 EEN GEHEUGEN WISSEN
l Neem de hoorn op.
l Druk tweemaal op de programmeertoets.
l Druk op de toets die overeenstemt met het te wissen nummer.
5. DE BELTOON SELECTEREN EN INSTELLEN
Wanneer de beltoon van uw telefoon overgaat of wanneer u overgaat in de programmeermode,
kunt u kiezen tussen vier verschillende melodieën waarvan u het geluid kan instellen.
De wijzigingen werden in het geheugen opgenomen. U kunt de oproep beantwoorden.
5.1 IN DE PROGRAMMEERMODE
Om over te gaan in de programmeermode:
l Druk lang de toetsen en gelijktijdig in.
l Neem de hoorn op.
l Laat de toetsen los.
l De toegang tot de programmeermode wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Om de beltoon in te stellen:
l Druk op de programmeertoets en vervolgens op de toets (u hoort nu de
geselecteerde melodie).
l Druk op of om het volume te verminderen of te versterken.
l Druk op één van de toetsen tussen en om van melodie te veranderen.
Om de beltoon in/uit te schakelen:
l Druk op de programmeertoets en vervolgens op de toets .
l Druk op om de beltoon in te schakelen. Wanneer de hoorn van de basis opgenomen
werd, hoort u vier geluidssignalen.
l Druk op om de beltoon in te schakelen.
l Leg de hoorn opnieuw neer.
5.2 TIJDENS DE ONTVANGST VAN EEN OPROEP
U kunt de melodie wijzigen op het moment dat u een oproep ontvangt.
l Druk op de toets , , , of om een melodie te selecteren.
l Druk op of om het volume te verminderen of te verhogen