Wanneer het niet mogelijk is de gassen naar
buiten af te voeren, kan de afzuigkap zo
worden gemonteerd dat de lucht gezuiverd en
gerecycleerd wordt door middel van actieve
koolfilters.
De levensduur van deze actieve koolfilters is
drie tot zes maand, en afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden. Deze filters kunnen
niet worden gereinigd noch geregenereerd.
Als hun levensduur is beëindigd moeten ze
worden vervangen.
Fig. 2 (Pag. 49)
1) Markeer en boor in het plafond, met behulp van
de ondersteuning (O), de positie van de lange
verankeringsbouten (S) (Ø8 x 45).
2) Schroef de ondersteuning (O) vast aan het
plafond met de lange verankeringsbouten (S) (Ø8 x
45).
3) Monteer het bovenste lichaam (A6) op de
ondersteuning (O) met behulp van de bouten (Q)
(M6 x 16).
4) Maak de handvaten (W) vast aan het sierelement
(U) met de bouten (X) (M5) en de schroeven (Y),
bijgeleverd met het sierelement.
5) Plaats het sierelement (U) door de bouten (V)
(M4) licht aan te draaien (bijgeleverd bij het
sierelement).
6) Plaats het stuk (A) als de binnenste buis (niet
bijgeleverd) Ø150 is of (A) + (B) = Ø120
7) Zet de binnenste buis vast met een klem (niet
bijgeleverd) aan (A) of (B) naargelang van.
8) Het bovenste buisomhulsel (A8) inbrengen in het
binnendeel van het onderste buisomhulsel (A9).
9) Pas het geheel van onderste (A9) en bovenste
(A8) buisomhulsel aan aan het onderste lichaam
(A7) en aan het versierelement (U).
10) Maak de cirkelvormige opening van de
diffuusfilter (A5) vast aan het bovenste deel van de
binnenste buis met een klem.
11) Monteer het onderste geheel aan het bovenste
geheel, dat vast zit aan het plafond, met behulp van
de bouten (A10) (M4 x 12) op de gewenste hoogte.
12) Monteer de diffuusfilter (A5) met de bouten (A4)
(M4 x 12) in de laterale rechthoeken van het
bovenste lichaam (A6).
13) Breng het bovenste buisomhulsel (A8) tot op de
gewenste hoogte en maak het vast aan het
bovenste geheel door middel van de bouten (G)
(M4 x12 kegelvormig).
14) Pas definitief het sierelement aan (U), door het
vast te zetten aan de afzuigkap door middel van de
bouten (V) (M4) die bijgeleverd worden bij het
sierelement.
15) Plaats de filters op het laterale deel van de
afzuigsectie van de motor en zorg ervoor dat de
gaten van de filters (A11) samenvallen met de
spillen (A12) van het motorkarkas. Draai in de
richting zoals aangegeven op de figuur.
Actieve Koolfilters (Optioneel)
49
NE
FIG. 2
