1-8. Veiligheidsinformatie
Stel op onderstaande wijze de juiste zitpositie in:
Ga zo rechtop mogelijk in de
stoel zitten met uw rug stevig
tegen de leuning. (→Blz. 88)
Schuif de stoel zo ver naar
voren of naar achteren dat u
de pedalen goed kunt berei-
ken en voldoende ver kunt
intrappen. (→Blz. 88)
Stel de rugleuning zo in dat u
de bedieningsorganen
gemakkelijk kunt bedienen.
(→Blz. 88)
Stel het stuurwiel zo af dat de
airbag zich op borsthoogte
bevindt.
(→Blz. 106)
Vergrendel de hoofdsteun in
de stand waarin het midden
van de hoofdsteun gelijk ligt
met de bovenzijde van uw
oren. (→Blz. 99)
Draag de veiligheidsgordel
op de juiste wijze.
(→Blz. 101)