25
6.1 De bevochtiger produceert geen of te weinig stoom
Werkzaamheden voor regelmatig onderhoud:
• Controleren en reinigen van de stoomcilinder.
Als er lichte kalkvorming in de cilinder is, verwijder dan de afvoerzeef en
spoel deze krachtig door met leidingwater (geen chemische
reinigingsmiddelen gebruiken). Als de elektroden zijn verbruikt, dan is
het tijd de stoomcilinder te vervangen.
• Controleren van de stoomslang, condensaatslang, watertoe- en
afvoerslang.
Controleer of de installatie nog correct is, of de slangklemmen vast zijn
aangedraaid en of het materiaal nog in goede conditie is.
• Controleren en reinigen van het inlaat- en uitlaatventiel.
Als het ventiel versleten is, of als er kalkaanslag is, dient het ventiel
vervangen te worden.
• Afvoerbeker controleren en indien nodig reinigen of vervangen.
Bij het optreden van een storing wordt de oorzaak vaak slechts bij
de bevochtiger gezocht. De storing kan echter ook door een fout in de
installatie worden veroorzaakt.
Voor een succesvol opzoeken van de fout is het daarom ook belangrijk dat
er kennis van installatietechniek aanwezig is (klimaattechniek,
regeltechniek etc.).
Houdt u dan ook altijd aan de volgende volgorde:
•
observeren
•
overleggen
•
handelen
6. Het verhelpen van storingen