Overzicht van de functies
– 64 –
Het apparaat heeft verschillende programmeerfuncties. Programmeer de gewenste instelling aan
de hand van de programmeertabellen (pag. 65–72).
1
Druk op .
Display:
2
Selecteer de functie die u wilt
programmeren.
■
Voor basisfuncties (pag. 65, 66)
Draai het wiel tot de
gewenste functie wordt weergegeven.
■
Voor uitgebreide functies (pag. 67–72)
Draai het wiel tot het
volgende verschijnt.
Druk op en draai het
wiel tot de gewenste functie
wordt weergegeven.
3
Druk op .
●
De huidige instelling van de functie wordt
weergegeven.
4
Draai het wiel tot de gewenste
instelling wordt weergegeven.
●
Deze stap kan afhankelijk van de functie
lichtjes afwijken.
5
Druk op .
●
De door u geselecteerde instelling wordt
opgeslagen en de volgende functie wordt
weergegeven.
6
Om de programmeermodus af te sluiten
drukt u op .
Programmeren door de programmacode
direct in te voeren
U kunt een functie selecteren door de
programmacode (# en 2 cijfers) direct in te voeren
in plaats van het
te gebruiken.
1. Druk op .
2. Druk op en voer de 2 cijfers van de code
in.
3. Volg de hierboven beschreven stappen 3 tot 6.
●
Zie de programmeertabellen (pag. 65–72) voor
de codes.