6-8 Contin uïteit
Ingebouw de zoemer zal klinken als de
weerstand lager is dan 80 Ω
-- overbelastingsbeve iliging: 250 V effec tieve waa rde
-- open circuit spa nning: ong eveer 3,0 V
7. BEDIENI N GSINS TRUCTIES
7-1 Let o p voor ge bruik
a. Als de spanning van de batterij lager is dan 7 V , zal er op het scherm
het s ymbool “ ” verschijnen. De batterij moet op dit ogenblik worden
vervang en voor een nauw k eurige meting.
b. Let op voor het “ ”-symbool naast de ingangsaansluiting, dat
aanduid t dat de ingangssp anning of de ingang sstroom binnen de
opgegeve n waarde zo u moeten liggen .
c. De functieschakelaar moet voor de meting op het gewe nste
meetbereik w orden ge zet.
7-2 DC-sp anning met en
a. Sluit het zwar te testsnoer aan op de COM-aansluiting en het rode
testsnoer op de VΩ mA-aan sluiting.
b. S t el de dra aischakelaar in op de gewen ste V bereikstand.
c. Ver bind de test snoeren over de spanningsbr on of belasting die moet
worden geme ten.
d. U k unt het resultaat aflezen van het lcd-sch erm. De polariteit van de
verbinding van het rode snoer zal s amen met de s pann ingsw aarde
worden w eergegev en.
OPMERKING :
1. Als de schaal van de te meten waarde niet op voorhand is gekend, zet
u de functies chakelaar op de hoogste stand.
2. Wannee r enkel het cijfer „1‟ of „ -1‟ w ordt weerge geven, is er een
overschrijding en moet er een ho ger ber eik worden geselecteerd.
3. “ " betekent dat er geen spanning hoger dan 600 V mag worden
ingegeven . Het is mogelijk om een hogere spanning te tonen, maar dit
kan het interne cir cuit beschadige n of leiden to t een elektris che schok.
4. Let op voor scho kken bij he t meten van een hoge span ning.
7-3 A C-sp anning meten
a. Sluit het zwar te testsnoer aan op de COM-aansluiting en het rode
testsnoer op de VΩ mA-aan sluiting.
b. S t el de draais chakelaar in op de ge wenste V~ be reikstand.
c. Ver bind de test snoeren over de span ningsbron of bela sting die m oet
worden geme ten.
d. U kunt het re sultaa t aflezen van he t lcd-scherm.
OPMERKING :
1. Als de schaal van de te meten waarde niet op voorhand is gekend, zet
u de functies chakelaar op de hoogste stand.
2. Wannee r enkel het c ijfer „1‟ of „- 1‟ w ordt weerge geven, is er een
overschrijding en moet er een ho ger ber eik worden geselecteerd.
3. “ " betekent dat er geen spanning hoger dan 600 V mag worden
ingegeven . Het is mogelijk om een hogere spanning t e tonen, m aar dit
kan het interne circuit beschad igen of leide n tot een ele ktrische s chok.
4. Let op voor scho k ken bij he t meten van een hoge sp anning.
7-4 DC-stroom meten
a. Sluit het zwar te testsnoer aan op de COM-aansluiting en het rode
testsnoer op de VΩ mA -aan sluiting voor een m aximale stroo m van 200
mA. V oor een m aximale stroo m van 10 A sluit u he t ro de testsnoer aa n op
de 10 A-aansluiting.
b. S t el de dra aischakelaar in op de gewen ste A bereikstand.
c. Ve rbind de testsnoer en in serie met de belasting die m oet worde n
gemeten.
d. U k unt het resultaat aflezen van het lcd-scherm. De polariteit van de
verbinding van het rode snoer zal s amen met de stroomwaarde worden
weergeg even.
OPMERKING :
1. Als de schaa l van de te meten w aarde niet op voorha nd is gekend, zet
u de functies chakelaar op de hoogste stand.
2. Wanneer en kel het cijfer „1‟ of „- 1‟ word t weergege ven, is er een
overschrijding en moet er een ho ger ber eik worden geselecteerd.
3. “ ” betekent dat de maximale stroo m v an het mA stopcont act 200 mA
is en de max imale stroo m van het 10 A stop contac t 10 A is. T e hoge
stroom zal de zekering vernietigen. Aangezien 10 A niet is voorz ien van
een zekering, m oet de m eettijd m inder zijn dan 1 seconde om t e
voorkomen dat de precisie word t beïnvloed door verwarming van het
circuit.
7-5 Weerst and mete n
a. Sluit het zwar te testsnoer aan op de COM-aansluiting en het rode
testsnoer op de VΩ mA-aan sluiting.
b. S t el de dra aischakelaar in op de gewen ste Ω bereikposi tie.
c. V erbind de testsnoer en over de weerstan d die moet w orden gemeten.
d. U kunt het re sultaa t aflezen van he t lcd-scherm.
OPMERKING :
1. Wanneer en kel het cijfer „1‟ of „- 1‟ wor dt weergegev en, is er een
overschrijding en moet er een ho ger ber eik worden geselecteerd.
2. Bij het meten van een weerstand boven 1 MΩ , heeft de meter enkele
seconden nodig om een st abiele l ezing te verkrijgen .
3. Wanneer de invoer niet is aangesloten, d.w .z. bij een open circuit, zal
het cijfer „„1' word en weergeg even.
4. Bij het meten van weerstanden in een schakeling, m oet u erv oor
zorgen dat er geen stroom meer op het circuit staat en dat alle
condensatoren volled ig zijn ont laden.
5. Als de schaa l van de te meten w aarde niet op voorhand is gekend, z et
u de functies chakelaar op de hoogste stand.
7-6 T emperatu ur meten
a. S t el de dra aischakelaar in op de °C-stand.
b. Op het lc d-scher m zal de huidige temperatuur van de omgeving
worden w eergegev en.
c. Bij het meten van de temperatuur op een bep aald punt, kan bij deze
meter de temperatuursonde worde n gebruikt. Sluit de sonde van het
thermokoppel typ e 'K' aan (de rode in de VΩ mA -aansluiting en de zwar te
in de COM-aan sluiting)
7-7 T esten van tra nsistoren
a. S t el de dra aischakelaar in op „hFE‟-sta nd.
b. Controlee r o m welk type transistor het gaat (NPN of PN P ) en lo kaliseer
de snoeren van de emitter , de basis en de col lector . Sluit de snoeren aan
op de juiste openinge n van he t hFE-stopconta ct op het frontp aneel .
c. Lees de geschatte hFE-waar de en de testomstand igheden van de
basisstroom af: lb 10µA en Vce 3 V .
7-8 T esten van diod es
a. Sluit het zwar te testsnoer aan op de COM-aansluiting en het rode
testsnoer op de VΩ mA -aan sluiting. ( de polar iteit van het r ode te stsno er is
„+‟)
b. S t el de dra aischakelaar in op de -stand.
c. Sluit he t rode test s noer a an op de anode en het z war te testsnoe r o p de
kathode van de diode die u w ilt testen.
OPMERKING :
1. De m eter zal de daling van de doorlaatspa nning van de diode
weergev en.
2. Als de verbinding en van de testsnoere n zijn omgekeer d, zal enkel het
cijfer '1' w orden wee rgegeven.
7-8 T esten van de conti nuïteit
a. Sluit het zwar te testsnoer aan op de COM-aansluiting en het rode
testsnoe r op de VΩmA-aa nsluiting .
b. S t el de dra aischakelaar in op -stan d.
c. V erbind de test snoeren over twe e punten van het circ uit dat u wilt
testen.
d. I ndien er s prake is van c ontinuï teit (d.w .z. een weerstan d minder dan
ongeveer 80 Ω ), zal de ingebouw de zoemer klinken.
OPMERKING :
Als er een open circuit wordt getest, zal het cijfer „1 ‟ worden
weergeg even.
8. Onderho ud
a. Alvoren s u h et de ksel van het batterij comparti ment verw ijdert of de
behuizing opent, moet u nagaan of de testsnoeren zijn losgekoppeld om
elektrische scho kken te voorko men.
b. Om elektrische s chokken te v oorko men, moet u de testsnoer en van
het m eetcircui t verw ijderen vooraleer u de zekering vervangt. Voo r
beveiliging tegen vuur , vervangt u zekeringen enkel door zekeringen met
een gespecifi ceerd bereik: F 200 mA/250 V zekering.
c. Als de draad van he t testsnoer is blootgesteld , moet u deze ver vangen
door een snoer met dezelfde specificaties al s het originele snoer .
d. Gebruik enkel een vochtige doek of een klein beetje
schoonmaak middel voor de reiniging van het t oestel. Gebruik geen
chemische oplos singen.
e. Gebruik de m eter niet voordat de behuizing correct is gesloten en de
schroef is va s tgedraaid. Bij afwijkingen moet u on m iddellijk stoppen met
het gebruik van het toestel en de meter binnen brengen v oor onderh oud.
f. V erwijder de batterij w anneer u de meter voor lang e tijd niet gebruikt.
9. T oebehoren
[1] T e stsnoere n: elektrisch ber eik 100 0 V 10 A
[2] Zekering: F 200 mA/250 V
[3] Ther mokoppel type 'K'
[4] Handleiding