527990
3
Zoom out
Zoom in
Vorherige Seite
1/5
Nächste Seite
* Verlaag het volume van het metronoomgeluid met behulp van de master volume schuif, net zolang tot
de trigger niet meer op het geluid reageert, als bij het starten van de Rhythm Coach de trigger op het
metronoomgeluid reageert.
De Trigger Pad gevoeligheid instellen
1. Sluit een trigger pad op de TRIG IN jack aan.
2. Druk op [TRIG/GUIDE] om ervoor te zorgen, dat “SENS” knippert.
3. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de “SENS” waarde aan te passen, tot er in het
TRIG gedeelte een stip (“”) verschijnt, zodra u op het oefenpad slaat.
De gevoeligheid vergroot naar gelang de “SENS” waarde wordt verhoogd.
“SENS” waarde 1, 2, ............16
Gevoeligheid Laag----------Hoog
Op het moment dat de DB-90 wordt getriggerd, verschijnt er een stip.
* Tonen staan vast en kunnen niet worden gewijzigd. Pas het volume aan met behulp van de master
volumeschuif.
* Houd er rekening mee, dat de DB-90 het gebruik van rim shots niet ondersteunt, ondanks het feit dat u
pads kunt gebruiken die rim shots voort kunnen brengen.
Oefenen met de Rhythm Coach
1. Druk op [COACH].
In het beeldvenster verschijnt “COACH” en
de DB-90 komt in de Coach functie.
Druk op de [COACH] knop om tussen de
vier oefenfuncties te schakelen.
2. Druk op [START/STOP] om de metronoom te starten en de oefening te beginnen.
- Metronoompatronen worden in overeenstemming met de instellingen van de metro-
noomfunctie afgespeeld.
- Het geluid wordt omgeschakeld naar de Rhythm Coach toon en kan niet worden gese-
lecteerd.
- Gebruik de master volumeschuif om het volume aan te passen.
- Als u op [COACH] of [TRIG/GUIDE] drukt terwijl er een uitvoering speelt, stopt de
metronoom.
- Als u de TEMPO/VALUE draaischijf gebruikt of op [TAP] drukt kan dit het tempo
wijzigen.
* Het Trigger geluid wordt alleen in Coach mode ingeschakeld.
Timingcontrole()
Deze functie is ontworpen om uitgebreide oefening te bieden in het op het juiste ritme drum-
men, in hetzelfde ritme als het begeleidingsgeluid zoals dat door de metronoom wordt uitge-
teld.
Het venster geeft aan of de bron van de mic input of het pad in dezelfde timing wordt aangesla-
gen als de metronoom. De timing voor kwartnoten( ) wordt gecontroleerd.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om de oefening te beginnen.
* Als er, nadat u op [START/STOP] drukt om de timingcontrole te starten, zelfs wanneer u het pad niet
aanslaat, [GOOD] in het beeldvenster blijft verschijnen, betekent dit dat de trigger op het
metronoomgeluid reageert. Zie de instructies onder “De mic gevoeligheid instellen” hierboven, en pas
de “SENS” waarde en het volume van het metronoomgeluid aan.
Stille telling ()
De Stille tellingfunctie is ontworpen om “interne” timing te ontwikkelen en leren. In deze func-
tie speelt de metronoom de eerste vier maten op een vast volumeniveau en worden de volgende
vier maten op een lager volume afgespeeld. De vier matencyclus van luide en zachte geluide
geluiden blijft doorgaan, totdat de oefening wordt gestopt.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om met oefenen te beginnen.
Geleidelijk omhoog/omlaag ()
Oefening in de “Geleidelijk omhoog/omlaag” functie is ontworpen om uw uithoudingsvermo-
gen en weerstandsvermogen te kunnen vergroten door het tempo geleidelijk te verhogen en ver-
lagen. De snelheid verhoogt elke twee maatslagen met 1 BPM, totdat de maximale
metronoomwaarde is bereikt. Als u de maximale waarde heeft bereikt, verlaagt de snelheid met
1 BPM per twee maatslagen, tot u op het oorspronkelijke tempo terug bent. Het proces wordt
vervolgens herhaald. Als u “PATTERN” heeft geselecteerd, wijzigt de snelheid met 1 BPM per
twee maten.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om met oefenen te beginnen.
Als u tijdens een uitvoering op [WRITE] drukt, wordt het tempo van dat moment als maxi-
male metronoomwaarde ingesteld (oorspronkelijke instelling: 250). De minimale metro-
noomwaarde wordt op het tempo, dat met behulp van de TEMPO/VALUE draaischijf of
tapinvoer is bepaald, ingesteld.
* Als u de minimale waarde wijzigt wordt de maximale waarde op de oorspronkelijke instelling (250)
teruggezet.
Stapsgewijs omhoog/omlaag ()
De Stapsgewijze omhoog/omlaag functie is ontworpen om uw uithoudingsvermogen te verho-
gen door de snelheid van de metronoom langzaam te verhogen en verlagen. In deze functie ver-
hoogt het tempo van de metronoom met vijf maatslagen per minuut (5 BPM) en na elke vier
maten, totdat het maximale tempo van de metronoom is bereikt. Nadat het maximum tempo is
bereikt, verlaagt het tempo van de metronoom met vijf maatslagen per minuut (5BPM) na elke
vier maten. Dit gaat door tot het tempo weer op het begintempo van de metronoom terug is, en
vervolgens wordt het proces herhaald.
1. Druk op [COACH] om “ ” te selecteren.
2. Druk op [START/STOP] om met oefenen te beginnen.
Als u tijdens een uitvoering op [WRITE] drukt, wordt het tempo van dat moment als maxi-
male metronoomwaarde ingesteld (oorspronkelijke instelling: 250). De minimale metro-
noomwaarde wordt op het tempo, dat met behulp van de TEMPO/VALUE draaischijf of
tapinvoer is bepaald, ingesteld.
* Als u de minimale waarde wijzigt, wordt de maximale waarde op de oorspronkelijke instelling (250)
teruggezet.
De timingcontrole standaard wijzigen
U kunt de standaard, zoals deze wordt gebruikt in het bepalen van uw nauwkeurigheid geme-
ten in vergelijking met het metronoomgeluid, op drie verschillende niveaus instellen.
Zo kunt u de timing van de oefening op uw niveau
aanpassen.
1. Druk op [TRIG/GUIDE] om ervoor te zorgen
dat “GUIDE” knippert.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de
instelling te maken:
1: EENVOUDIG
2: NORMAAL
3: MOEILIJK (Nauwkeurigheid wordt nog preciezer bepaald)
Het geheugen gebruiken
U kunt maximaal vijftig verschillende configuraties met metronoominstellingen en tien verschil-
lende configuraties met referentietooninstellingen in het geheugen opslaan.
Opgeslagen instellingen opvragen (geheugen)
1. Druk, terwijl “MEMORY” verlicht is, op [MEMORY] om er voor te zorgen, dat “MEMORY”
begint te knipperen.
2. Gebruik, terwijl “MEMORY” knippert, de
TEMPO/VALUE draaischijf om het geheu-
gennummer te wijzigen.
* Als u tijdens het selecteren van het geheugen
(terwijl “MEMORY” knippert) op [WRITE]
drukt, schakelt de DB-90 naar de selectie van de
schrijfbestemming over (het geheugennummer
knippert).
Instellingen in het geheugen opslaan
1. Druk, terwijl het geheugennummer verlicht is, op [WRITE].
Het geheugen nummer knippert.
2. Gebruik, terwijl het geheugennummer knippert, de TEMPO/VALUE draaischijf om het
geheugennummer van de schrijfbestemming te selecteren.
* Als u op [START/STOP] drukt, annuleert u de procedure en blijft het geheugennummer verlicht.
3. Druk nogmaals op [WRITE] om de instellingen in het geheugen op te slaan; het geheugen-
nummer begint snel te knipperen.
Als het geheugennummer eenmaal continu oplicht, weet u dat de gegevens succesvol in het
geheugen zijn opgeslagen.
* Schakel tijdens het opslaan van gegevens in het geheugen (als het geheugennummer snel knippert) de
stroomtoevoer niet uit.
* Als u instellingen van de inhoud in het geheugen wijzigt, wordt “EDIT” weergegeven.
De referentietoon afspelen
1. Druk op [TUNE] om naar de Referentietoon-
functie te gaan.
Als de DB-90 zich in de Referentietoonfunctie
bevindt, verschijnen “NOTE” en “PITCH” in
het beeldvenster.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de
nootnaam in te voeren.
U kunt de nootnaam in verhogingen van een
halve toon, binnen een bereik van C2 tot en met B6, instellen.
3. Druk op [START/STOP] om de referentietoon af te spelen.
“MUTE” verdwijnt uit het beeldvenster.
Druk nogmaals op de knop om het geluid te stoppen. “MUTE” verschijnt in het beeldven-
ster.
*U kunt de referentietoon tevens afspelen of stoppen door op [MUTE] te drukken.
De referentietoon instellen
1. Druk in de Referentietoonfunctie op [PITCH] om ervoor te zorgen, dat “PITCH” in het beeld-
venster knippert.
2. Gebruik de TEMPO/VALUE draaischijf om de toon in te stellen.
1. Timingcontrole
Nauwkeurigheid en timing oefe-
ning
2. Stille telling
3. Geleidelijk omhoog/
omlaag
Weerstandvermogen en uithou-
dingsvermogen oefening
4. Stapsgewijs omhoog/
omlaag
Op de maat
(perfecte timing)
Achter de maat aan (te langzaam) Voor de maat uit (te snel)
3

Brauchen Sie Hilfe? Stellen Sie Ihre Frage.

Forenregeln

Missbrauch melden von Frage und/oder Antwort

Libble nimmt den Missbrauch seiner Dienste sehr ernst. Wir setzen uns dafür ein, derartige Missbrauchsfälle gemäß den Gesetzen Ihres Heimatlandes zu behandeln. Wenn Sie eine Meldung übermitteln, überprüfen wir Ihre Informationen und ergreifen entsprechende Maßnahmen. Wir melden uns nur dann wieder bei Ihnen, wenn wir weitere Einzelheiten wissen müssen oder weitere Informationen für Sie haben.

Art des Missbrauchs:

Zum Beispiel antisemitische Inhalte, rassistische Inhalte oder Material, das zu einer Gewalttat führen könnte.

Beispielsweise eine Kreditkartennummer, persönliche Identifikationsnummer oder unveröffentlichte Privatadresse. Beachten Sie, dass E-Mail-Adressen und der vollständige Name nicht als private Informationen angesehen werden.

Forenregeln

Um zu sinnvolle Fragen zu kommen halten Sie sich bitte an folgende Spielregeln:

Neu registrieren

Registrieren auf E - Mails für Roland DB-90 DR BEAT METRONOME wenn:


Sie erhalten eine E-Mail, um sich für eine oder beide Optionen anzumelden.


Das Handbuch wird per E-Mail gesendet. Überprüfen Sie ihre E-Mail.

Wenn Sie innerhalb von 15 Minuten keine E-Mail mit dem Handbuch erhalten haben, kann es sein, dass Sie eine falsche E-Mail-Adresse eingegeben haben oder dass Ihr ISP eine maximale Größe eingestellt hat, um E-Mails zu erhalten, die kleiner als die Größe des Handbuchs sind.

Ihre Frage wurde zu diesem Forum hinzugefügt

Möchten Sie eine E-Mail erhalten, wenn neue Antworten und Fragen veröffentlicht werden? Geben Sie bitte Ihre Email-Adresse ein.



Info