Aanmaken
1. Zorg voor maximale luchttoevoer bij het aanmaken van de kachel
2. Open de vuurdeur en leg een laag klein aanmaakhout op het grondrooster.
3. Leg daartussen 2 à 3 aanmaakblokjes, mooi verspreid, vooraan en achteraan.
4. Leg er dan de benodigde hoeveelheid dun brandhout bovenop.
5. Steek de aanmaakblokjes aan.
6. Zet de deur op kierstand
7. Na het aanmaken wordt de vuurdeur stevig gesloten.
BELANGRIJK : Deur van de vuurdeur niet meer openen, behalve voor het bijvullen.
Indien er 15 minuten na het ontsteken nog steeds terugslag is van rookgassen door slechte atmosferische
omstandigheden (bv. bij windstil of mistig weer) dient men het aansteken te stoppen tot er weersverbetering is.
Soms heeft rook terugslag een andere oorzaak dan slechte ventilatie. Misschien zorgt de houtsoort voor sterke
rookvorming. Het kanaal kan de hoeveelheid rookgassen dan niet verwerken. Of misschien stookt u wel het juiste
hout, maar is er sprake van een vernauwing van de pijp of het rookkanaal. Twijfelt u over de oorzaak, neemt u dan
gerust contact op met uw dealer.
Stoken met brandhout
Opdat het toestel snel de gewenste temperatuur zou bereiken en er bijgevolg weinig schadelijke stoffen zouden
vrijkomen, moet u na het aanmaken de volgende verbrandingsmethode volgen:
1. Leg 2 à 3 houtblokken in de verbrandingskamer.
2. Laat de luchttoevoer nog enkele minuten volledig open tot het vuur goed brandt.
3. De kachel goed laten doorwarmen tot een gloeibed ontstaat. De deur kan nu volledig gesloten worden.
4. Pas de luchtschuif onder de deur zo aan om de verbrandingssnelheid te regelen.
5. Indien de vlam, uitgesneden in de luchtschuif, gelijk staat met de voorzijde van de deur, brandt de kachel op zijn
nominale verbranding.
6. Indien u de kachel overbelast en die daardoor oververhit dreigt te raken, dient u de luchttoevoer geheel dicht te
zetten
Wanneer men de zuurstoftoevoer naar het vuur te veel belemmert, dan verloopt de verbranding onvolledig en komen
er veel schadelijke stoffen vrij. Om de negatieve gevolgen hiervan te vermijden (bv. roet- en teervorming) laat men de
kachel best bij ieder gebruik gedurende een half uur op vol vermogen branden.
Vermijd ook het overmatig toevoegen van brandstof. Als gevolg daarvan komt er te veel warmte vrij en kan de
temperatuur in de kachel te hoog oplopen.
Tips bij het branden :
- Nooit laden met andere vaste en / of vloeibare brandstoffen dan droog hout
- Indien het asbed na verloop van tijd te vol raakt – dan dient u as uit te scheppen
- Het binnenwerk van de verbrandingskamer kan door te ruw beladen van de kachel beschadigd raken