2 3
Voeding
Verbind één uiteinde van de AC-adapter met de DC-ingang op het toestel en het andere uiteinde met een
stopcontact.
Aansluiting hoofdtelefoon
Stop de stekker van de hoofdtelefoon in de aansluiting voor hoofdtelefoon.
OPGELET: lang luisteren aan een hoog volume kan schade aan het oor veroorzaken.
USB-poort
Sluit een gegevenstoestel aan op de USB-poort om van geluid of beelden te genieten. Wanneer u een
toestel van de USB-poort wil loskoppelen ga dan eerst naar het hoofdmenu en ontkoppel dan pas de USB.
SD/MMC/XD/MS
Breng een SD/MMC/XD/MS-kaart in de gleuf om van geluid of beeld te genieten.
Snooze/Alarm-uit toets
Om nog enkele minuten verder te slapen nadat het alarm is afgegaan, druk zachtjes op de
SNOOZE/ALARM-UIT toets. Het alarm stopt gedurende een paar minuten en gaat dan weer af. Druk
gedurende drie seconden op de SNOOZE/ALARM-UIT toets om het alarm uit te schakelen. (Deze toets
werkt alleen als via het menu de functie alarm ingeschakeld werd).
Weergave/pauze-toets
Druk op deze toets om de weergave tijdelijk te pauzeren en druk er weer op om de weergave verder te
zetten.
Basisweergave
Schakel het toestel in. In het hoofdmenu toont het toestel tien functies: foto, muziek, foto & muziek, film,
instellingen, kalender, klok, alarm, kopiëren/verwijderen en voorkeur.
Breng eerst een USB toestel aan of steek een SD/MMC/XD/MS-kaart in de gleuf en druk dan op de
navigatietoets om één van de volgende functies te kiezen.
Foto
Druk op de NAVIGATIETOETS om de fotofunctie te selecteren en druk op ENTER om te bevestigen. Het
toestel geeft de foto’s één voor één weer. Wanneer de automatische weergave uitgeschakeld is, gaat het
toestel direct in ‘Thumbnail’-modus.
Als tijdens de weergave de STOP-toets ingedrukt wordt, verschijnt het ‘Thumbnail’-menu op het scherm.
Thumbnail van elke titel: selecteer de thumbnail met de NAVIGATIETOESTEN en druk op ENTER om de
weergave te starten.
Informatie: resolutie, datum van creatie, roteren, diashow.
Roteren: ga naar de roteeroptie en druk op ENTER om de bevestigen. In de roteermodus verschijnen
onderaan in het scherm drie opties: roteren, terugzetten en teruggaan. Gebruik de NAVIGATIETOETSEN
om het beeld dat u wil roteren te selecteren en druk op ENTER om het te roteren. Druk op terugzetten om
terug naar het oorspronkelijk beeld te gaan en druk op teruggaan om terug naar de thumbnail-modus te
gaan.
Diashow: selecteer deze functie om de beelden één voor één weer te geven.
Gebruik de LINKSE of RECHTSE NAVIGATIETOETS om het beeld naar links of naar rechts te doen
roteren.
Druk tweemaal op STOP om terug te gaan naar de documentmanager.
Druk op de NAAR BENEDEN NAVIGATIETOETS om het beeld verticaal te spiegelen.
Druk op de NAAR BOVEN NAVIGATIETOETS om het beeld horizontaal te spiegelen.
Muziek
Gebruik de NAVIGATIETOETSEN om muziek te selecteren en druk op ENTER om te bevestigen. Er
verschijnt een menu op het scherm en de speler begint automatisch met de weergave van de muziek.
Gebruik de NAAR BOVEN OF NAAR BENEDEN NAVIGATIETOETSEN om het gewenste muziekstuk aan
te duiden en druk op de WEERGAVE/PAUZE-toets om de weergave van het geselecteerde muziekstuk
te starten.
Film
Gebruik de NAVIGATIETOETSEN om film te selecteren en druk op ENTER om te bevestigen. Na enkele
seconden begint de speler automatisch met de weergave. Druk op STOP om tijdens de weergave terug te
gaan naar het hoofdmenu. Druk op WEERGAVE/PAUZE om de weergave te pauzeren. Het toestel is
geschikt voor MPEG4.
Foto & muziek
Gebruik de NAVIGATIETOETSEN om foto & muziek te selecteren en druk op ENTER om de gelijktijdige
weergave van foto’s en muziek te starten. Gebruik tijdens de weergave de NAVIGATIETOESTEN om de
beelden te roteren of spiegelen.
Kalender
Gebruik de NAVIGATIETOETSEN om kalender te selecteren en druk op ENTER om te bevestigen. Het
scherm toont de maand, de datum en het jaar (bv. Jan-1-2007) en de week. Weekdagen zijn in het zwart,
zondagen in het rood en zaterdagen in het geel. Druk op de STOP-toets en gebruik de LINKSE EN
RECHTSE NAVIGATIETOETSEN om het jaar in te stellen. Gebruik de NAAR BOVEN OF NAAR
BENEDEN NAVIGATIETOESTEN om de maand in te stellen. Druk op STOP om te bevestigen en gebruik
dan de NAVIGATIETOETSEN om de datum in te stellen. Druk op ENTER om te bevestigen. Druk op
MENU om dit scherm te verlaten.
Klok
Gebruik de NAVIGATIETOETSEN om de klokfunctie te selecteren. Er verschijnt een zwart scherm met
gele tekens. Het scherm toont met grote tekens de huidige tijd (00:00:00) en daaronder met kleine tekens
de datum (Jan-01-2007).
Alarm
Gebruik de NAVIGATIETOETSEN om de alarmfunctie te selecteren. De functie biedt de volgende opties.
Inschakelen: gebruik de NAAR BOVEN OF NAAR BENEDEN NAVIGATIETOETSEN om te kiezen tussen
aan/uit.
Tijd instellen: gebruik deze functie om de tijd van het alarm in te schakelen. Gebruik de NAAR BOVEN OF
NAAR BENEDEN NAVIGATIETOETSEN om de TIJDINSTELLING (SET TIME) aan te duiden en druk op
ENTER om te bevestigen. Gebruik de LINKSE OF RECHTSE NAVIGATIETOETSEN om de gewenste tijd
(uren/minuten) aan te duiden en gebruik de NAAR BOVEN OF NAAR BENEDEN NAVIGATIETOETSEN
om de tijd in te stellen. Druk op de RECHTSE NAVIGATIETOETS om te bevestigen en druk op ENTER
om het menu te verlaten. Het alarm zal afgaan op de ingestelde tijd.
Terug: om het alarmmenu te verlaten.
Kopiëren/verwijderen
Gebruik de NAVIGATIETOETSEN om kopiëren/verwijderen te selecteren en druk op ENTER om te
bevestigen. Selecteer KOPIEREN of VERWIJDEREN om in het overeenkomende menu te gaan.
Kopiëren: wanneer deze functie gekozen wordt, worden alle JEPG documenten op de USB of op de
geheugenkaart afgebeeld op de documentmanager. Gebruik de NAAR BOVEN OF NAAR BENEDEN
NAVIGATIETOETSEN om de gewenste items aan te duiden en druk op ENTER om te bevestigen. De
geselecteerde items worden van een kader voorzien. Als de selectie achter de rug is, gebruik de
NAVIGATIETOETSEN om SAVE te selecteren. Alle geselecteerde items worden in het interne geheugen
van het toestel opgeslagen.
Verwijderen: wanneer VERWIJDEREN gekozen wordt, worden alle JEPG documenten die u vroeger in
het geheugen hebt vastgelegd, weergegeven. Gebruik de NAVIGATIETOESTEN om de items te
selecteren die u uit het geheugen wil wissen. Druk dan op ENTER. Het aangeduide item wordt dan
verwijderd.
Alles verwijderen: gebruik de NAVIGATIETOETSEN om ‘alles verwijderen’ in het menu aan te duiden. Alle
items in het interne geheugen worden nu gewist.
Sorteren: gebruik de NAVIGATIETOETSEN om het item dat u wil sorteren aan te duiden en druk op
ENTER om te bevestigen. Gebruik de LINKSE NAVIGATIETOETS om het item een plaats hoger te
brengen (bijvoorbeeld van de 3
e
naar de 2
e
plaats). Gebruik de RECHTSE NAVIGATIETOETS om het
item een plaats lager te brengen (bijvoorbeeld van de 3
e
naar de 4
e
plaats). Gebruik de
NAVIGATIETOETSEN om RETURN te selecteren. Selecteer dan DIASHOW om de beelden één voor
één weer te geven.
