Artikelnr. 3081 / (NL)
Picco Contrario
Wie vindt het tegenovergestelde?
Soort spel: Memo, waarbij tegengestelde plaatjesparen moeten worden gevormd
Spelers: 2–4 kinderen vanaf 4 jaar
Inhoud: 20 speelkaartjes van karton met 10 tegengestelde plaatjesparen, spelregels
Illustratie: Barbara Kinzebach
Aanwijzing voor de ouders
Om te beginnen is het voor alle "kleine beginnelingen met het spel" nuttig om in alle rust de plaatjes te
bekijken en daardoor de namen daarvan te leren kennen. Om die reden worden alle plaatjes open op tafel
gelegd. Hier is natuurlijk de hulp van een ouder iemand nodig, die de plaatjes bijv. bij hun naam kan
noemen, terwijl de kleintjes dan het bijpassende plaatje zoeken. De volgende plaatjes horen bij elkaar:
grote olifant – kleine muis vrolijk meisje – bedroefd meisje
lange broek – korte broek ronde bal – vierkante dobbelsteen
lichte veer – zware halter felle zon – donkere zon
hete cacao – koud ijs dikke man – dunne man
oude oma – jong kind leeg glas – vol glas
Voorbereiding
Vóór het begin van het spel worden alle plaatjes omgedraaid en goed gemengd op
tafel gelegd, zodat alle spelers de plaatjes goed kunnen bereiken en kunnen zien.
Doel van het spel
Iedere speler moet proberen zo veel mogelijk paren te verzamelen.
Spelverloop
Het jongste kind mag beginnen. Het draait twee willekeurige plaatjes om zodat de motieven voor iedereen
goed zichtbaar zijn en kijkt of hij een plaatjespaar te pakken heeft. Twee tegengestelde afbeeldingen leveren
een paar op, bij voorbeeld het volle en het lege glas of de dikke en de dunne man. Als het kind een paar
heeft gevonden, dan mag het dit houden en voor zich opstapelen. Daarna is de volgende aan de beurt.
Als er twee plaatjes worden omgedraaid die geen tegenstelling vormen, moeten deze weer worden
omgedraaid. Prent je hierbij goed in waar deze liggen. Daarna is de volgende weer aan de beurt.
Einde van het spel
Het spel is afgelopen als er geen plaatjes meer over zijn. De winnaar is de speler die de "toren" met de
meeste plaatjes voor zich heeft opgestapeld.
