Voorbeeldkaarten
neerleggen
De speler die er door het inschuiven
van een balletje in slaagt het patroon op
het speelveld in overeenstemming te
brengen met één van zijn spelkaarten,
legt de spelkaart voor zich neer. Als door
de zet van een speler, voor één of meer
spelers de situatie ontstaat dat een
patroon op het speelveld met hun speel-
kaart overeenkomt, dan mogen ook deze
medespelers hun spelkaarten neerleg-
gen, hoewel zij zelf niet aan zet zijn.
Zodra er een spelkaart is neergelegd,
pakt de desbetreffende speler een nieu-
we kaart van de stapel. Ook een net
genomen speelkaart kan direct met het
patroon op het speelveld worden verge-
leken. Vervolgens is de volgende speler
aan de beurt.
Deze speler hoeft dan echter niet te
wachten totdat alle medespelers hun
voorbeeld hebben gecontroleerd. De
snelste heeft voordeel.
Einde van het spel
Het spel eindigt als met 2 spelers
één speler 10 spelkaarten kan neerleg-
gen, met 3 spelers 5 spelkaarten en met
4 spelers 3 spelkaarten. Deze speler
wint het spel. Natuurlijk kunnen de
andere spelers nog doorspelen. Als ver-
schillende spelers tegelijkertijd hun
laatste spelkaart kunnen neerleggen,
zijn er meer winnaars.
Tip:
Om de speelduur in te korten kun je ook
aan het begin van het spel het speelveld
compleet met balletjes vullen. Hierbij
worden de balletjes in een willekeurige
volgorde over het speelveld verdeeld.
Pas daarna krijgen de spelers hun spel-
kaarten. De speelduur wordt hierdoor
met 10 –15 minuten ingekort.
17
9007 Tomoko
╟
Spelverloop
Er wordt gespeeld met de wijzers van
de klok mee. De grootste speler begint.
Wie aan de beurt is, neemt een balletje
van een willekeurige kleur uit de zak en
rolt dit naar de buitenste groef van het
speelveld. Hierbij gelden volgende
regels:
• De balletjes mogen uitsluitend vanaf
de rand van het speelveld in het spel
worden gebracht. Het is niet toege-
staan een balletje midden op het
speelveld te plaatsen.
• Nieuwe balletjes worden altijd op de
rand van het speelveld gezet en daar-
na het speelveld opgerold. Reeds op
het speelveld liggende balletjes kun-
nen daardoor worden verschoven.
• Als door het inschuiven van een nieuw
balletje het laatste balletje van een
volle rij vanaf het speelveld de ballet-
jesvanger inrolt (foto), gaat het weer
de zak in.
• De zet van de vorige speler mag niet
direct daarna ongedaan worden
gemaakt.
Vervolgens is de volgende speler aan de
beurt.
Tip:
Soms is het nuttig om de speelkaarten te
draaien om een ander zicht op een
patroon te krijgen.
16
9007 Tomoko
╟
Balletjes-
vanger
Speelveld
voor
na