Dit wordt bereikt door veiligheidsprofielen te
gebruiken:
tot 400kg tormatic 35/ 50
tot 400kg tormatic 35/ 70
tot 400kg ASO GE 365
tot 400kg Gelbau 003.10
tot 400kg Mayser Gp50
tot 200kg ASO GE 245
tot 200kg Bircher EPE36/45
tot 200kg Gelbau 016.10
Andere te gebruiken profielen kunnen bij de
fabrikant worden besteld. V de in de
aandrijving geïntegreerde krachtbegrenzing mag de
hoofdsluitkant alleen van een passief rubberen
profiel (zonder analyse) worden voorzien.
De veiligheidsafstanden zijn aangehouden als:
x meer bedraagt dan 500 mm of
y minder bedraagt dan 100 mm en X meer
bedraagt dan 200 mm.
W de veiligheidsafstanden niet kunnen
worden aangehouden, dan kan het bereik rond de
deur door een veiligheidshek of via de
krachtbegrenzing beschermd worden. Wanneer
krachtbegrenzing wordt toegepast, moet de
achterste sluitkant net als de hoofdsluitkant met
behulp van een veiligheidsprofiel worden beveiligd.
Bovendien moet het traject met vertraagde aanloop /
stop dienovereenkomstig langer worden gemaakt
(menu 8 waarde 3 of 5).
W nevensluitkanten worden gevormd,
moeten deze met veiligheidsprofielen
tot 300kg tormatic 35/ 50
tot 400kg tormatic 35/ 70
Anderen profielen met een sluitweerstand van 8k2
worden uitgerust.
W de toegang tot de deur door hekken
beveiligd is, moet de maximale breedte van de
opening afstand X worden afgestemd.
X < dan 120mm < dan 18,5mm
X < dan 300mm < dan 29mm
X < dan 500mm < dan 44mm
X < dan 850mm < dan 18,5mm
In deze handleiding wordt beschreven hoe er veilig
en deskundig met het product gewerkt kan worden.
De genoemde veiligheids- en overige instructies en
de voor de plaats van gebruik geldende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
algemene veiligheidsbepalingen dienen te worden
nageleefd.
Gewicht deur fabrikant type
Achterste sluitkant 16b
Nevensluitkanten 16c
Gewicht deur fabrikant type
V
Afstand Omvang van de opening A
Bij gebruik van de aandrijving moet het
openen en sluiten bewaakt worden.
Er mogen zich geen personen of
voorwerpen in het schuifbereik van de
deur bevinden.
• Handleiding voor de
bediening
Informatie met betrekking tot de bedrijfs-
handleiding
Instrueer alle personen die gebruik
maken van de deur hoe ze deze correct
en veilig kunnen bedienen.
Handzenders horen niet in de handen
van kinderen thuis.
Bedrijfsmodussen
Functieverloop:
Gedeeltelijk open
Bedrijf OPEN – DICHT (1)
Automatisch sluiten (2)
Automatisch sluiten (3)
IT haakjes staat de bijbehorende instelling
voor menu 9.
De aandrijving wordt gestart en brengt de deur in de
ingestelde eindpositie OPEN of DICHT
De deur stopt.
De deur gaat in de andere richting bewegen.
Door de handzender of een ander
bedieningsapparaat kan de deur in plaats van
geheel, slechts gedeeltelijk (ca. 1 m) worden
geopend.
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt. Na afloop van de openingstijd
en de voorwaarschuwingsduur sluit de deur
automatisch.
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt. Na afloop van de openingstijd
en de voorwaarschuwingsduur sluit de deur
automatisch. Wanneer de fotocel wordt
onderbroken, wordt de tijd dat de deur open is,
voortijdig afgebroken en wordt de
voorwaarschuwingstijd gestart.
Normaal bedrijf (0)
Functieverloop:
Bedrijf met eenrichting-regeling (1)
Let op:
Automatisch sluiten (4)
Functies van de veiligheidsinstallaties
(op de fabriek ingestelde modus)
De aandrijving van de schuifdeur kan door
impulsgevers als handzenders, sleuteltoetsen etc.
worden geactiveerd. Er hoeft slechts een korte
impuls te worden gegeven.
IIn dezelfde bedrijfsmodus als de eenrichting-
regeling blijft de ontvanger echter in de aandrijving
gestoken.
De aandrijving start en brengt de deur in de positie
“Deur open”.
De deur gaat gewoon verder open zonder invloed.
De deur gaat dicht.
De deur stopt en gaat weer open.
Het gebruik van een rood-groen stoplicht is alleen
mogelijk in combinatie met een extra besturing
A800. Het geven van een impuls zorgt er altijd voor
dat de deur geopend wordt. Na afloop van de groen-
en de oranjefase zal de deur automatisch weer
worden gesloten. W tijdens de groenfase
opnieuw een openingsimpuls wordt gegeven, zal de
groenfase verlengd worden.
Er mag alleen tijdens groen door de deur
worden gereden.
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt. Na afloop van de openingstijd
en de voorwaarschuwingsduur sluit de deur
automatisch. Wanneer er een impuls wordt
gegeven, wordt de tijd dat de deur open is, voortijdig
afgebroken en wordt de voorwaarschuwingstijd
gestart.
Eerste impuls:
Impuls tijdens de beweging:
Een nieuwe impuls:
IImpuls in de positie DICHT
Impuls tijdens het openen van de deur
IImpuls in de positie OPEN:
IImpuls tijdens het sluiten van de deur:
Interne veiligheidsinstallatie
Fotocel
Signaleringslamp
Handzender
Lege batterijen horen bij het klein chemisch
afval!
De deur dient vóór de eerste
inbedrijfstelling en steeds wanneer dat
nodig is – echter minstens één keer per
jaar – door een deskundig bedrijf te
worden gecontroleerd.
Bewaken van de krachtbegrenzing
20
Let op! W
sterk is ingesteld kan dit persoonlijk
letsel of materiële schade tot gevolg
hebben.
W de deur tijdens het sluiten op een obstakel
stoot, zal de aandrijving worden gestopt en wordt dit
object vrijgegeven doordat de deur weer wordt
geopend.T de laatste 2 seconden van de
sluitbeweging wordt de deur slechts een klein stuk
geopend om het obstakel te kunnen verwijderen.
W de deur tijdens het openen op een obstakel
stoot, zal de aandrijving worden gestopt. De
bewegingsrichting van de deur wordt gedurende ca.
1 seconde omgekeerd.
W een fotocel is geïnstalleerd en deze
onderbroken wordt, zal de deur tijdens het sluiten
gestopt worden en in de andere richting bewegen.
T het openen is een onderbreking van de
fotocel niet van invloed.
W er een signaleringslamp voor het openen
en sluiten is geïnstalleerd, zal deze gaan knipperen
zodra er een startimpuls wordt gegeven. De
aandrijving zal al naar gelang de ingestelde
voorwaarschuwingstijd vertraagd starten. Wanneer
de lamp knippert, mag er niet door de opening van de
deur worden gereden.
T het instellen, ingeval van uitvallen
van de stroom of bij storingen kan de deur
gedeblokkeerd en met de hand bediend worden.
Open de afdekking met behulp van een
driekantsleutel en haal ze weg. Trek aan de
trekknop; in het display verschijnt het cijfer 8. De
deur kan nu met de hand geopend en gesloten
worden. Wanneer het bedrijf met de aandrijving
weer kan worden opgenomen, moet de hendel
geactiveerd worden, waarna de aandrijving weer
inklikt. Breng de afdekking weer aan en sluit deze
met behulp van de driekantsleutel.
Programmeren van nog meer handzenders:
Zie de menuopties 1 en 2 (afbeeldingen 21 en 22).
V van de batterij: schuif het
batterijdekseltje van de handzender af. Haal de
batterij uit het zendertje. Breng een nieuwe batterij
(alkaline 23 A, 12 V) aan. Let daarbij op de polariteit!
Schuif vervolgens het dekseltje weer op de zender
De besturing van de aandrijving beschikt over een
veiligheidssysteem met 2 processors voor de
bewaking van de krachtbegrenzing. In iedere
eindpositie wordt de geïntegreerde
krachtuitschakeling automatisch getest. De
deurinstallatie dient vóór de inbedrijfstelling en
minstens één keer per jaar te worden gecontroleerd.
Daarbij dient ook een controle van de
krachtbegrenzingsinstallatie (afbeelding ) te
worden uitgevoerd!
Deblokkeren van de aandrijving
• Onderhoud / controle
17
NL
Deze handleiding voor de montage, de bediening en het onderhoud dient zolang te worden bewaard als de deur gebruikt wordt!
