3
Veiligheidsinstructies voor bedrijf en onderhoud 2
3uniSTOR - VIH Q 120, 150, 200
BE
laagspanningsrichtlijn (richtlijn 73/23/EEG van de Raad)
en de richtlijn over de elektromagnetische
verdraagbaarheid (richtlijn 89/336/EEG van de Raad) en
overeenkomen met het gekeurde bouwmodel.
2 Veiligheidsinstructies voor bedrijf en
onderhoud
2.1 Regels en richtlijnen
De plaatsing, installatie en eerste ingebruikname van de
Vaillant VIH boiler mag enkel uitgevoerd worden door
een erkend installateur die, onder zijn
verantwoordelijkheid de bestaande normen en de
installatievoorschriften naleeft.
Deze brochure moet aan de gebruiker overhandigd
worden.
De installatie dient uitgevoerd te worden in
overeenstemming met de volgende normen,
voorschriften en richtlijnen:
• Alle bestaande voorschriften van de plaatselijke
watermaatschappij en de NAVEWA-voorschriften
(AquaBelge - Belgaqua),
• Alle NBN-voorschriften in verband met
drinkwatervoorziening en reglementen waaronder de
NBN E 29-804,
• Alle NBN-voorschriften voor elektro-huishoudelijke
toestellen m.a.w.:
NBN C 73 - 335 - 30, NBN C 73 - 335 - 35, NBN 18 -
300, NBN 92 - 101 enz.
• De ARAB-voorschriften,
2.2 Veiligheidsinstructies
2.2.1 Opstelling
Houd er voor uw eigen veiligheid rekening mee dat de
opstelling van uw warmwaterreservoir alleen mag
worden uitgevoerd door een erkend vakbedrijf! Dit is ook
verantwoordelijk voor inspectie/onderhoud en reparaties
of andere veranderingen aan uw apparaat!
2.2.2 Vorstbescherming
Om alle veiligheidsfuncties voor uw apparaat te kunnen
gebruiken mag u het verwarmingsapparaat niet
helemaal uitschakelen.
Als uw apparaat echter langere tijd in een door vorst
bedreigde, onverwarmde ruimte verblijft, dan moet het
warmwaterreservoir volledig leeggemaakt worden (zie
hoofdstuk "Warmwaterreservoir leegmaken").
2.2.3 Ondichtheden
Gelieve bij ondichtheden in het leidingnet tussen
reservoirwaterverwarmer en aftappunten de afsluitklep
voor koud water aan de veiligheidsgroep te sluiten en
laat de ondichtheid elimineren door uw erkend
vakbedrijf.
2.2.4 Veranderingen
Veranderingen aan de toevoerleidingen en aan de
uitblaasleiding en veiligheidsklep mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door uw vakbedrijf!
Aanwijzing!
Met de keuze van een grotere laadpomp kan het
vermogen van het reservoir verhoogd worden
(zie planningsdocument).
1.3 Combinatie VIH met verwarmingsapparaten
De warmwaterreservoirs VIH kunnen met verschillende
verwarmingsapparaten gecombineerd worden. Voor een
evenwichtige vermogensafgifte mag het vermogen van
het verwarmingsapparaat niet te groot zijn.
Aanbevolen combinatie:
Het vermogen van het verwarmingsapparaat (kW) ligt
tussen 40 en 110 % van het continu vermogen van het
reservoir (kW).
Mogelijke combinatie:
Het vermogen van het verwarmingsapparaat (kW) ligt
tussen 25 en 40 % resp. tussen 110 en 135 % van het
continu vermogen van het reservoir (kW).
Niet zinvolle combinatie:
Het vermogen van het verwarmingsapparaat ligt onder
25 of boven 135 % van het continu vermogen van het
reservoir (kW).
Bij gebruik van een verwarmingsapparaat met minder
vermogen dan het continu vermogen van het reservoir
wordt slechts het vermogen van het
verwarmingsapparaat werkzaam als continu vermogen
van het reservoir.
Voorbeeld:
Voor de approximatieve berekening van het continu
vermogen van het reservoir kan de volgende formule
gebruikt worden (temperatuurverhoging van 10 °C tot
45 °C):
vermogen van het verwarmingsapparaat (kW) x 25 =
continu vermogen van het reservoir (l/h) 25 kW x 25
~ 625 l/h
1.4 Regelapparaten
De volgende regelapparaten kunnen worden ingezet
voor de regeling van de warmwaterbereiding: VRC MF,
VRC MF-TEC, VRC 630, VRC 620, VRC UBW.
In combinatie met de verwarmingsapparaatseries ...TEC
en ...VIT kan de warmwaterbereiding gestuurd worden
via het verwarmingsapparaat. Tijdvensters voor de
warmwaterbereiding kunnen in dit geval
geprogrammeerd worden via de bijhorende
inbouwregelaars.
1.5 Typeplaatje
Het typeplaatje is aangebracht onder het afneembare
bekledingsdeksel vooraan links op de afsluitplaat.
1.6 CE-kenmerking
Met de CE-kenmerking wordt gedocumenteerd dat de
apparaten voldoen aan de fundamentele eisen van de