32
opgeschuimd.
Opmerking: indien u koffie wilt zetten nadat u pas melk
hebt opgeschuimd, dient gewacht te worden tot de
stoomketel afgekoeld is, omdat de koffie anders
verbrandt.
Zet, om de stoomketel af te koelen, een bakje onder de
sproeier, druk op de stoomtoets en laat water uitlopen
tot het controlelampje OK dooft.
Zet de koffie zoals beschreven in de vorige paragrafen.
BELANGRIJK: het cappuccinomondstuk na het
gebruik altijd reinigen. Als volgt te werk gaan:
1.Geef gedurende enkele seconden stoom af, door de
stoomknop open te draaien (fig. 18). Op die manier
voert de stoompijp eventuele melk af die in de
leidingen is blijven zitten.
BELANGRIJK: Om hygiënische redenen wordt
geadviseerd om deze handeling altijd uit te voeren
om te voorkomen dat melk in de interne leidingen
van het apparaat achterblijft.
2.Houd met één hand het pijpje van het
cappuccinomondstuk vast en draai met de andere
hand het cappuccinomondstuk in wijzerzin los en
trek het vervolgens omlaag (fig. 19).
3.Verwijder de stoomspuitmond uit de afgiftepijp door
hem omlaag te trekken (fig. 20).
4.Was het cappuccinomondstuk en de stoomspuitmond
zorgvuldig met lauw water.
5.Controleer of de twee gaatjes aangeduid door de
pijltjes in fig. 21 niet verstopt zijn.
Reinig ze indien nodig met behulp van een naald.
6.Monteer de stoomspuitmond door hem in te brengen
en stevig in de stoompijp omhoog te draaien.
7.Monteer het cappuccinomondstuk door het naar
boven toe in te brengen en tegen de wijzers van de
klok in te draaien.
PRODUCTIE VAN WARM WATER
1.Druk, om het apparaat aan te zetten, op de aan/uit
toets (fig. 4). Wacht tot het controlelampje OK
brandt (fig. 6).
2.Zet een kannetje onder het cappuccinomondstuk.
3.Druk op de afgiftetoets (fig. 7) en draai tegelijk de
stoomknop tegen de wijzers van de klok in (fig. 18):
het warme water komt uit het cappuccinomondstuk.
4.Draai, om de afgifte van warm water te
onderbreken, de stoomknop in wijzerzin en druk
opnieuw op de afgiftetoets (fig. 7). (Men adviseert
om niet langer dan 45 seconden warm water af te
geven).
REINIGING EN ONDERHOUD
1. Voordat reinigingswerkzaamheden worden
uitgevoerd, moet het apparaat afgekoeld zijn en
van het elektriciteitsnet zijn afgekoppeld.
2. Gebruik voor de reiniging van het apparaat geen
oplosmiddelen of schurende reinigingsmiddelen.
Een vochtige en zachte doek volstaat.
3. Reinig en ledig regelmatig het drupbakje en het
opzetblad voor de kopjes.
4. Reinig regelmatig het waterreservoir.
ATTENTIE: Dompel tijdens het reinigen het apparaat
nooit in water onder: het is namelijk een elektrisch
apparaat.
REINIGING VAN DE FILTERHOUDER
Ongeveer elke 200 kopjes koffie, wordt de filterhouder
voor gemalen koffie als volgt gereinigd:
• Verwijder het filter met de melkopschuiminrichting.
• Maak de binnenkant van de filterhouder schoon.
Was hem nooit in de vaatwasmachine.
• Draai de dop van de melkopschuiminrichting los
door hem linksom te draaien (fig. 22).
• Verwijder de melkopschuiminrichting uit zijn houder
door er vanaf dopzijde op te duwen
• Verwijder de pakking.
• Spoel alle componenten en reinig het metalen filter
zorgvuldig met warm water en met behulp van een
borsteltje (fig. 23).
Controleer of de gaatjes van het metalen filter niet
verstopt zijn. Reinig ze eventueel met behulp van een
naald (zie fig. 24).
• Monteer het filter en de pakking op de plastic schijf,
zoals aangegeven in figuur 25. Let erop dat de pin
van de plastic schijf in de opening van de pakking
valt, aangeduid met de pijl in fig. 25.
• Monteer het geheel in de stalen filterhouder (fig. 26)
en zorg ervoor dat de uitstekende pin in de opening
van de houder zelf is ingebracht (zie pijl in fig. 26).
• Draai de dop tenslotte weer vast door hem rechtsom
te draaien (fig. 27).
De garantie vervalt indien de hierboven beschreven
reiniging niet regelmatig wordt uitgevoerd.
REINIGING SPROEIER STOOMKETEL
Na ongeveer 300 kopjes koffie moet de sproeier van
de stoomketel als volgt gereinigd worden:
1.Controleer of het koffiezetapparaat niet warm is en
of de stekker niet in het stopcontact zit.
2.Draai met behulp van een schroevendraaier de
schroef los die de sproeier aan de stoomketel
bevestigt (fig. 28).
3.Reinig de stoomketel met een vochtige doek;
4.Reinig de sproeier zorgvuldig met warm water en
met behulp van een borsteltje.
Controleer of de gaatjes niet verstopt zijn. Maak ze
